De meeste hondenrassen dragen sporen van de voorouders van wolven met zich mee, maar niet van de oude splitsing tussen soorten. In plaats daarvan komt deze genetische invloed voort uit kruisingen in de afgelopen 2600 jaar – ruim nadat honden meer dan 20.000 jaar geleden werden gedomesticeerd. Een nieuwe studie, gepubliceerd in het tijdschrift PNAS, onthult dat tot 40% van sommige moderne hondengenomen afkomstig is van wolven, wat eerdere aannames over hoe ‘puur’ honden-DNA moet zijn, in twijfel trekt.
De verrassend recente invloed van wolven
Tientallen jaren lang geloofden wetenschappers dat aanzienlijk wolf-DNA een hond zou diskwalificeren om als een echt gedomesticeerd ras te worden beschouwd. Onderzoekers die bijna 2.700 genomen (waaronder 146 oude monsters) analyseerden, ontdekten echter dat wolven-DNA wijdverspreid is.
De studie bevestigt dat honden en wolven genetisch voldoende compatibel bleven om te kruisen lang nadat honden voor het eerst werden gedomesticeerd. Dit was geen eenmalige gebeurtenis; het was een voortdurend proces.
Welke rassen vertonen het meeste wolven-DNA?
Sommige rassen zijn doelbewust gefokt met wolven, zoals de Tsjechoslowaakse en Saarlooswolfhonden. Deze laten voorspelbaar de hoogste niveaus van wolvenafkomst zien. Maar de studie vond ook patronen bij andere rassen:
- Grotere en werkende rassen (Arctische sledehonden, Anatolische herders, jachtrassen) hebben over het algemeen meer wolven-DNA. De aanwezigheid van wolvengenen werd mogelijk door fokkers bij dit soort werkhonden begunstigd.
- Beschermende rassen zoals Bullmastiffs en Sint Bernards vertonen geen detecteerbare voorouders van wolven.
- Zelfs kleine rassen zoals Chihuahuas dragen ongeveer 0,2% wolven-DNA bij zich, wat erop wijst dat vermenging wijdverbreid is.
Co-auteur van het onderzoek, Audrey Lin, grapte: “Dit is volkomen logisch voor iedereen die een chihuahua bezit.”
Waarom Wolf-DNA blijft bestaan
De reden achter deze voortdurende kruising is niet helemaal duidelijk, maar overleving kan een rol spelen. Dorpshonden (vrij rondlopende honden rond menselijke nederzettingen) hadden consequent wolven-DNA, vaak gekoppeld aan genen die verantwoordelijk zijn voor reukreceptoren. Verbeterde reukzin had deze honden kunnen helpen zware omstandigheden te overleven.
Persoonlijkheid en Wolfachtige eigenschappen
De studie vond ook een verband tussen de afkomst van wolven en raskenmerken. Honden met een lager wolf-DNA werden vaak omschreven als ‘vriendelijk’ of ‘gemakkelijk te trainen’, terwijl honden met hogere niveaus als ‘verdacht’ of ‘onafhankelijk’ werden bestempeld. Hoewel dit niet doorslaggevend is, suggereert dit dat wolvengenen kunnen bijdragen aan bepaalde gedragskenmerken.
Het onderzoek toont aan dat moderne honden niet zo genetisch geïsoleerd zijn als eerder werd gedacht, waarbij het DNA van wolven een belangrijkere rol speelt in hun evolutie dan velen zich realiseerden. Deze genetische vermenging was geen verre gebeurtenis, maar een terugkerend patroon in de afgelopen millennia.


































