Klimaatverandering is niet langer een verre bedreiging; de gevolgen ervan ontvouwen zich nu, waardoor moeilijke vragen over de toekomst van menselijke migratie ontstaan. In haar boek ‘Sink or Swim’ presenteert klimaatadaptatie-expert Susannah Fisher grimmige scenario’s voor 2070, waarin stijgende zeeën, extreme weersomstandigheden en schaarste van hulpbronnen massale ontheemding veroorzaken. Dit zijn niet alleen projecties; ze onderzoeken tastbare keuzes waarmee de mensheid wordt geconfronteerd, en benadrukken de urgentie van het plannen van nu voor een toekomst die opnieuw wordt vormgegeven door de klimaatverandering.
Twee werelden ontstaan:
Stel je twee contrasterende werkelijkheden voor. In het ene geval worden de grenzen strakker naarmate de onbewoonbare gebieden kleiner worden. Landen die met watertekorten kampen, werpen barrières op, waardoor ontheemden beperkte mogelijkheden hebben. De humanitaire hulp heeft moeite om gelijke tred te houden en biedt tijdelijke hulp, maar slaagt er niet in de onderliggende oorzaken van de ontheemding aan te pakken. Er ontstaat een mondiale kloof: een bewoonbare zone die wordt bevolkt door degenen die het geluk hebben in veerkrachtige gebieden te leven, en een ‘non-hab’-zone die steeds verlatener wordende regio’s omvat die worstelen met klimaatverwoesting. Wanhoop leidt tot onorthodoxe oplossingen: gebroken gemeenschappen die experimenteren met geo-engineering in wanhopige pogingen om hun land te redden.
Het tweede scenario biedt sprankjes hoop te midden van de uitdagingen. In deze wereld maken gecoördineerde internationale overeenkomsten beheerde migratie mogelijk die wordt veroorzaakt door klimaatrampen. Landen erkennen de verantwoordelijkheid voor historische emissies en bieden mogelijkheden voor verplaatsing – een reddingslijn die wordt verlengd door landen zoals landen die ooit de opwarming van de aarde hebben aangewakkerd. Individuen ontvangen ‘klimaatpaspoorten’, waardoor ze bestemmingen kunnen kiezen op basis van factoren als kansen en familiebanden.
Bedrijven op het gebied van fossiele brandstoffen worden ter verantwoording geroepen via baanbrekende rechtszaken, die bijdragen aan de herhuisvestingsfondsen voor getroffen gemeenschappen. Bangladesh, geteisterd door cyclonen, omarmt de ontheemdingsfaciliteit van de VN, waardoor gezinnen zich kunnen vestigen in secundaire steden die stabiliteit en kansen bieden op onderwijs en nieuwe carrières.
Gemeenschappelijke grond vinden:
Een gemeenschap uit Norfolk die ontworteld is door kusterosie vindt niet alleen troost in een speciaal hervestigingsprogramma, maar ook in bemiddeling: zij geven hun transitie vorm met steun van de overheid, waardoor de culturele continuïteit en de banden met hun voormalige thuis worden gewaarborgd. Ondertussen omarmt een eilandstaat aanpassingsstrategieën zoals drijvende platforms en landaanwinning, en biedt tegelijkertijd steun aan degenen die voor migratie kiezen. Ze smeden wat Fisher een ‘netwerknatie’ noemt, geworteld in veerkracht en toch verbonden met diverse locaties, waarbij traditie wordt gecombineerd met de realiteit van door het klimaat veroorzaakte verandering.
Deze toekomstige verhalen zijn niet louter speculatie; ze benadrukken de diepgaande keuzes die de mensheid moet maken in het licht van de escalerende gevolgen voor het klimaat. Ze dringen er bij ons op aan om niet alleen mondiale oplossingen te overwegen, maar ook hoe individuen, gemeenschappen en naties door deze complexe transities navigeren.
De weg voorwaarts vereist moeilijke gesprekken, een verschuiving van reactieve rampenrespons naar proactieve aanpassingsstrategieën, en een erkenning dat klimaatrechtvaardigheid rechtvaardige lasten en voordelen vereist. De klok tikt. Door de grimmige realiteit te negeren, loopt Fisher het risico weg te zinken in een nog chaotischer en onrechtvaardiger toekomst – waardoor we veel minder opties hebben dan die welke in haar meeslepende scenario’s zijn onderzocht.
