Hersencircuits gekoppeld aan angst zijn met succes gekalmeerd in muisonderzoek

5

Angststoornissen treffen honderden miljoenen mensen wereldwijd, en nieuw onderzoek suggereert dat een specifiek hersencircuit de sleutel kan zijn om de effecten ervan ongedaan te maken. Wetenschappers van de Spaanse Nationale Onderzoeksraad (CSIC) en de Miguel Hernández Universiteit (UMH) hebben een populatie neuronen geïdentificeerd in de amygdala – het emotionele centrum van de hersenen – waarvan de activiteit rechtstreeks angstachtig gedrag bij muizen aanstuurt. Door de expressie van één enkel gen te manipuleren, konden onderzoekers angst, depressie en sociale tekorten elimineren, waardoor het normale gedrag bij de dieren werd hersteld.

De rol van GRIK4 en GluK4

Het onderzoek richtte zich op het gen GRIK4, dat de productie reguleert van een eiwit genaamd GluK4. Overexpressie van GRIK4 leidt tot verhoogde GluK4 -niveaus, waardoor gedrag wordt veroorzaakt dat met angst gepaard gaat. Muizen met verhoogde GluK4 vertonen vermijding van open ruimtes, verminderde sociale interactie en depressieve symptomen, samen met verminderde objectherkenning.

Onderzoekers gebruikten genbewerking om de GRIK4 -expressie te verminderen, waardoor de GluK4 -niveaus effectief werden verlaagd. De resultaten waren opvallend: angst, depressie en sociale tekorten verdwenen. Dit suggereert dat een eenvoudige herbalancering van de activiteit binnen dit specifieke neuronale circuit voldoende is om pathologisch gedrag om te keren.

Identificatie van de belangrijkste neuronen

Het team heeft een specifieke populatie neuronen in de amygdala geïdentificeerd die verantwoordelijk zijn voor deze symptomen. Toen deze neuronen werden teruggebracht naar een standaardtoestand, normaliseerde het gedrag van de muizen. Deze ontdekking benadrukt de cruciale rol die gelokaliseerde hersencircuits spelen bij angststoornissen en hoe gerichte interventies het evenwicht kunnen herstellen.

Implicaties voor menselijke behandeling

Hoewel het onderzoek op muizen werd uitgevoerd, hebben de bevindingen aanzienlijke implicaties voor de behandeling van mensen. Muizen worden vaak gebruikt als effectieve modellen voor het bestuderen van de hersenfunctie, en dezelfde processen kunnen plaatsvinden in het menselijk brein. De onderzoekers suggereren dat vergelijkbare technieken voor het bewerken van genen kunnen worden aangepast voor mensen, waardoor angst kan worden verlicht.

“Het richten op deze specifieke neurale circuits zou een effectieve en meer gelokaliseerde strategie kunnen worden om affectieve stoornissen te behandelen”, zegt neurowetenschapper Juan Lerma.

Resterende vragen

Uit het onderzoek bleek ook dat het verminderen van de GRIK4 -expressie niet alle door angst aangetaste functies volledig herstelde. Muizen hadden nog steeds moeite met geheugentaken voor objectherkenning, wat erop wijst dat andere hersengebieden ook een rol spelen. Dit geeft aan dat angststoornissen bredere neurologische effecten kunnen hebben die aanvullende interventie vereisen.

Ondanks deze beperkingen biedt het onderzoek een duidelijk verband tussen een specifiek hersencircuit, genexpressie en angstachtig gedrag. De bevindingen openen nieuwe wegen voor onderzoek en mogelijke therapieën gericht op het kalmeren van overenthousiaste, angstige hersenen